“Gaan jullie naar Sérvië op vakantie?!” Die vraag vol ongeloof werd ons meerdere keren gesteld toen mijn vriendin Marloes en ik vertelden dat we op korte wandelvakantie naar Servië gingen. En leuk was het! (lees mijn reisverslag hier) Deze drie leuke plaatsen raad ik zeker aan om te bezoeken als je ook afreist naar het gastvrije Servië op de Balkan.
1. Lekker eten in Niš
Niš is de derde stad van Servië en is supergezellig. In het centrum vind je vele cafeetjes en restaurants, er is veel werkgelegenheid én er is een vliegveld nabij de stad. Precies de reden dat wij er ook zijn beland. Een tip om uiteten te gaan in Niš is restaurant Kod Rajk. Er staat voornamelijk vlees op de kaart, alles op traditioneel Servische wijze. Dat heb ik niet geprobeerd, want ik eet geen vlees. Wel heb ik er superlekkere paprika u pavlaci gegeten, paprika’s gevuld met zure room, en een frisse shopska salade met onder andere paprika, tomaat en feta of lokale witte kaas.
Goed geslapen in Niš heb ik ook. De gastheer en -vrouw van het pittoreske Guest Accommodation Etno Konak Tašana ontvangen je met thee en geven graag tips om je verblijf in Servië zo optimaal mogelijk te maken. Ook pikte de gastheer ons op van het vliegveld, waarbij hij meteen van alles vertelde over het land. De gastvrouw heeft lang in Australië gewoond en spreekt goed Engels, dat is wel handig in dit land!
2. Kaas uit Pirot
Pirot, helemaal in het zuiden nabij de Bulgaarse grens, is op twee dingen trots: geweven tapijten en schapenkaas. Beide door de stad gepatenteerd, zo heb ik me laten vertellen door onze taxichauffeur. De harde schapenkaas kačkavalj is een beschermd merk van Pirot en is een lokale lekkernij – en dat klopt! Ook in dit stadje heerst een prettige sfeer, we hebben het op ons gemak verkend. Op aanraden van een local zijn we de stad uitgewandeld, naar het Dan Banjica-pad om bij Zatvoreni Bazen te komen. Dat is een warmwaterbron met mineralen die goed zijn voor lijf en leden. Heerlijk! Een oudere dame die we daar aantroffen, loopt wekelijks de berg op om een duik te nemen. “Voor een goede gezondheid”, zo zei ze. Een aanrader!
Een tot in de puntjes verzorgd hotel is hotel Ana Lux, midden in het centrum van Pirot. Heel blij was ik met het lekker grote bed en een fijne douche die goed werkt. Het is een luxe hotel met ruime kamers en mooie uitzichten. Er zitten zelfs meerdere restaurants ín het hotel. Als je dat nog niet genoeg vindt, hebben ze ook een spa en massagemogelijkheid, fijn om bij te komen na een intensieve (wandel)dag.
3. Prachtige natuur rond Vrelo
Last but not least is Vrelo ook een van de leuke plaatsen in Servië om te bezoeken. Of beter: de natuur eromheen. Want midden in het prachtige natuurgebied Stara Planina Nationaal Park ligt het heel kleine dorpje Vrelo. Met de auto vanaf Pirot is het een uur rijden door bergweggetjes, langs resorts en vele fantastische uitzichten. In het natuurgebied zitten geen winkels, maar hotel Vrelo voorziet in volpension. Het hotel kan niet missen, het is groot en gelegen aan een pleintje. Wij vonden het erg sfeervol, met houten interieur en groen-wit geblokte kleedjes en gordijntjes, en de oud-Servische volksmuziek die ze er standaard draaiden. Het personeel was erg vriendelijk én behulpzaam. De kok heeft ons geholpen met de wandelroutes en tipte ons de warmwaterbron in Pirot. Het hotel is een ideale uitvalsbasis voor wandelingen in Stara Planina, omdat het mooi centraal in het park ligt.
