Wie van wandelen met een uitdaging houdt, kan zijn lol op in Noorwegen. Een prachtig land vol (ongerepte) natuur om van te genieten. Tijdens mijn reis naar dit land heb ik een stuk of vijf hikes gemaakt in het zuiden. Ik geef je zes praktische tips om aan te denken als je in dit Scandinavische land op pad gaat.
1. Let op de weersvoorspellingen
Als je gaat wandelen in Noorwegen, is het slim om de voorspellingen wat betreft het weer in de gaten te houden. Het land kent veel gebergten en dus hoogteverschillen, waardoor het weer soms onvoorspelbaar kan zijn. Kijk daarom de dag van tevoren en ’s morgens voor vertrek nog even. Ga je over rotsen klauteren, al dan niet over open terrein? Dat is geen pretje als er een flinke regenbui valt of een harde wind opsteekt. Dat laatste overkwam mij bij de Kjeragbolten, ik moest echt mijn best doen om rechtop te blijven staan!
2. Onderschat de reisafstand niet
Noorwegen is geen Nederland. Dit geldt voor de autoweg én voor de wandelingen. De route naar een startpunt kan op de kaart niet zo ver lijken, maar door bergweggetjes ben je gauw langer onderweg. Belangrijk ook om hier je wandeltocht goed op te checken; veel klimmen en dalen kost je meer tijd en energie. Calculeer dit in als je de wandeling plant. En: zorg voor een goede kaart, want het kan zomaar gebeuren dat de navigatie het laat afweten of dat een locatie niet in de navigatie is terug te vinden.
3. Verdiep je in de wandeling die je gaat maken
Bekijk goed hoe de wandeling die je wilt maken loopt op de kaart (als je die hebt). Kijk of er rustpunten zijn, waar het start- en/of eindpunt is en let op hoogteverschillen en water dat je al dan niet moet oversteken. Check ook hoelang de geschatte wandeltijd is en vertrek op tijd zodat je ook op tijd kunt eindigen (voordat de duisternis invalt).
4. Zorg voor goede schoenen en kleding
Essentieel voor wandelingen in onherbergzame gebieden: een goede uitrusting. Om te beginnen je schoenen. Persoonlijk vind ik het prettig om te lopen op halfhoge wandelschoenen, die geven veel stevigheid bij een onregelmatige ondergrond en ook als ik moet klimmen of dalen. Daarnaast is het slim om laagjes kleding mee te nemen, zodat je wat kunt aan- of uittrekken als je het warm krijgt of het wat frisser wordt. Toen ik de watervallentocht liep (lees mijn verslag over wandelen langs vier watervallen in Noorwegen), kwamen we plots op een open rotspartij terecht. Terwijl de zon volop scheen, werd het best fris en was ik blij met mijn vest en sjaal die ik aan kon doen.
5. Neem voldoende eten en drinken mee
Klinkt logisch, maar is het toch niet voor iedereen: neem (ruim) voldoende water en voedsel mee. Vooral water, want zeker als je een flinke inspanning moet leveren (klimmen) verlies je veel vocht. Zelf moet ik altijd even op adem komen als ik een (steil) stuk heb geklommen. Fijn om dan een paar minuten stil te staan en goed te drinken!
6. Vergeet je camera niet!
Tja, je gaat tenslotte wel wandelen in Noorwegen! De beste tijd voor de meer populaire wandelingen is ongetwijfeld de ochtend, want dan zijn er de minste mensen op pad. Dan kun je dus volop prachtige foto’s maken van bijvoorbeeld de overhellende steen bij Preikestolen of de ‘zwevende’ kogel van Kjeragbolten. Ondanks dat ben je bij deze tochten zelden echt alleen (in elk geval in de zomer). Toen ik op de foto wilde op de Kjeragbolten), moest ik toch een paar minuutjes wachten voor ik aan de beurt was. Maar dat was het meer dan waard. Dit land is écht fotogeniek!